Black Friday

‘Mam, ik moét vandaag mijn zakgeld alvast hebben zodat ik spellen kan kopen voor mijn Playstation. Ze zijn vet goedkoop. Het is namelijk Black Friday!’

‘Is dat net zoiets als zwarte zaterdag?’

Die zaterdag proberen we te omzeilen, maar hoe kom ik onder deze vrijdag uit?

‘Ah, toe nou! Je krijgt echt veel korting en ik wil zóóó graag nog wat van die spellen kopen! Het is iets wat uit Amerika is overgewaaid.’

Dat dacht ik al. Helaas is het niet alleen overgewaaid. Deze dag heeft zich ook nog eens door het hele land verspreid. Puur zwerfvuil wat mij betreft.
Het idee achter Black Friday is eenvoudig. Op de dag na Thanksgiving waarop we braaf onze zegeningen tellen, moeten we kopen, kopen, kopen, kopen, kopen. Zodat de winkeliers in de zwarte cijfers komen. (Aha: Black Friday!) Vandaar dat er een Niet-Winkeldag is bedacht. In Amerika is deze dag gepland óp BlackFriday. Als anti-reactie op het koopgedrag, wat aangewakkerd wordt door de enorme kortingen waarmee wordt gepromoot.

Niet-Winkeldag

In Nederland is deze dag ná Black Friday gepland. Morgen dus, zaterdag.
Typisch poldergedrag. Vandaag alles kopen met grote kortingen wat een geweldig gevoel geeft. Morgen een dagje geen geld uitgeven omdat we enthousiast meedoen aan zoiets goeds als Niet-winkeldag… Dat levert vast ook een ‘feel-good’ momentje op.

Wat ga ik doen?

‘Tomas, je mag een spel kopen van het geld wat je op dit moment hebt. Ik ga zo boodschappen doen, maar morgen ga ik geen enkele winkel in.’

Ik polder lekker mee en ga eens nadenken hoe we dat zwerfvuil in Nederland kunnen opruimen.