
Vasten? Waarom zou ik?
‘Hoi hoe gaat het.’
Iedere paar dagen krijg ik deze app van een vriendelijke jongen die in het AZC woont. Ik antwoord dan het goed gaat en soms hebben we een klein praatje. Het is lastig, want hij spreekt en schrijft eigenlijk geen Nederlands. Hij heeft een keertje bij ons gegeten, is mee naar de kerk geweest en vervolgens is het contact wat moeizaam. Ik weet namelijk niet zo goed wat ik ermee aan moet. Ook niet met die appjes.
Recalcitrant
Ondertussen is de vastentijd begonnen. De Instagram en Facebook feeds lopen vol met foto’s en berichtjes van mensen die op de een of andere manier vasten. Ze laten maaltijden, wijn en snoep staan, kijken geen Netflix meer of zitten minder op hun telefoon. De mooie teksten, gedachten en preken proberen allemaal mijn aandacht te trekken als ik gedachteloos door mijn tijdlijn scroll. Ik word recalcitrant van al dat vrome moois. Als mensen vragen wat ik tijdens deze vastentijd doe, zeg ik daarom: ‘Helemaal niets, want de discipelen vastten ook niet toen Jezus bij hen was.’ In Marcus 2 vragen de farizeeërs aan Jezus: ‘Waarom vasten uw discipelen niet?’ ‘Zolang de bruidegom in uw midden is, laat je het eten toch niet staan?’, was Zijn antwoord. En aangezien de Bruidegom in mij woont en permanent bij mij is, vind ik dat de strikte noodzaak tot vasten niet aanwezig is.
Waar gaat het echt om?
Tot afgelopen zondag. Gedurende dit jaar lezen en bestuderen we als gemeente het boek Lukas en lezend door de hoofdstukken doemt er een steeds dringender beeld op waar het écht om gaat. Het is eenvoudig en helder: zorg voor je medemens. En dit staat niet alleen in Lukas, maar door de hele Bijbel klinkt het: Zorg voor de weduwen en de wezen, vang vreemdelingen op, geef eten aan de hongerige en kleding aan naakten. Jezus heeft het nooit over regels of vormen, wat wel en niet mag. Altijd gaat het over relaties: de relatie met de Vader, de relatie met jezelf en met anderen. Bijna iedere zondag word ik ermee geconfronteerd, zo ook deze zondag.
Wat doe je wél?
‘Wat doe jij tijdens deze vastentijd?’ De vraag komt plotseling toch bij mij binnen als Jesaja 58 wordt voorgelezen: ‘Is dit niet het vasten wat ik verkies? … Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen?’
Het gaat niet om wat je níet doet, het gaat het om wat je wél doet. ‘Maar Heer, ik heb het druk, ik moet nog een preek voorbereiden, stukken uitwerken voor de gemeente, notulen schrijven voor het leiderschapsteam…’ Lieve Mira, waar gaat het nou écht om? Wat vindt de Vader écht belangrijk? Eenzamen een thuis geven. Gerechtigheid brengen. Recht doen aan en zorgen voor de ander.
De vraag komt binnen, indringend en oprecht. Het wordt tijd dat ik mijn tijdsbesteding eens kritisch onder de loep neem en een moment neem om te bellen met een eenzame of daar een bakkie thee te doen. En het gave is dat als ik dat doe, dat dan mijn licht zal doorbreken als de dageraad, gerechtigheid voor me uitgaat en de majesteit van de Heer mijn achterhoede vormt! (Jesaja 58:8) Wauw!
Toch maar wel?
Dus toch maar gaan vasten? Echt vasten niet, maar focus aanbrengen, je tijd niet weg laten glippen en bewuste aandacht geven is hard nodig maar niet alleen iets voor deze tijd voor Pasen. Het is wel een prachtig begin! Dus ja, ik leg mijn telefoon nú weg en bel even naar dat gemeentelid die vaak alleen zit.
Wat doe jij tijdens deze vastentijd?
Hier is trouwens een korte samenvatting te lezen van de preek.

