Het oog, het hart en de hand

Over de doop van Jezus en de verzoeking in de woestijn.

Een preek in drie afbeeldingen.

Toen de Heer Jezus zich liet dopen, kon de Vader zich niet inhouden. Hij zag zijn Zoon en riep het uit naar de mensen: ‘Dít is hem, Hij is mijn geliefde zoon. Als ik hem zie, word ik zo ongelofelijk blij.’ God zag hem (oog), Hij hield van hem (hart) en Hij was blij met hem (hand). Nadat Jezus vervuld werd met de Geest werd Hij de woestijn in geleid. Daar viel de duivel hem aan. Heel geslepen liet hij het woordje ‘geliefd’ weg en probeerde Jezus te laten twijfelen aan zijn identiteit als Zoon van God. ‘Áls je de Zoon van God bent….’

Hij probeerde Jezus te verleiden door de drie verleidingen die in 1 Johannes ook genoemd worden.

1. Door datgene wat je ziet: Wat heeft je lichaam nodig? (oog)
2. Door datgene wat je hart vult: Wat wil je allemaal hebben? (hart)
3. Door datgene wie je wil zijn: Ben je de moeite waard, ben je goed genoeg en zou God jou redden, zou Hij jou vangen? (hand)

Schijnbaar gemakkelijk weerstond Jezus alle verleidingen. Maar ik geloof niet dat het zo gemakkelijk was. Hij had – na veertig dagen niets gegeten te hebben – serieuze honger en was lichamelijk zwak. Een broodje eten is dan toch niet erg? Hij zag het brood, maar liet zich niet verleiden.

Hij kreeg het aanbod om de hele wereld in één moment, zonder enig probleem, onder zijn heerschappij te brengen. Geen kruis, geen moeite en lijden nodig. Alle ellende, armoede en ziekte in één keer voor altijd opgelost. Ideaal toch? Maar Jezus vulde zijn hart met gedachten en woorden van zijn Vader en niet met gedachten van macht over de aarde.

En bij de laatste vraag waar de duivel suggereerde dat God hem niet zou redden, kon Jezus gemakkelijk laten zien dat dát onzin was. Hij was de geliefde Zoon, zijn Vader was blij met Jezus. Hij zou Hem echt niet laten vallen, zijn hand zou hem vangen.

Jezus weerstond de duivel en schoof hem aan de kant: alleen op de manier van de Vader wilde Hij zijn leven leiden, Hij liet zich niet afleiden!

Als jij wordt aangevallen, als je ogen dingen zien, weet dat God je ziet. Niet als een angry big brother, maar als een Vader die van je houdt, je hart wil vullen en je aanmoedigt. En als je het gevoel hebt dat je valt, vangt Hij je op.

Altijd! No matter what.